Iedere brandstoftank heeft ontluchting nodig, het is als het ware een gesloten systeem. Als dit niet aanwezig zou zijn, ontstaat er een onderdruk (vacuüm) die de brandstoftoevoer beïnvloedt en zelfs tot implosie van de brandstoftank zou kunnen leiden. Daarom is iedere brandstoftank voorzien van een ontluchtingsopening, zodat de vrijgekomen ruimte meteen wordt gevuld met lucht (zodat er geen onderdruk kan ontstaan). Meestal zit deze ontluchting in de tankdop en is hij zo geconstrueerd dat er wel lucht naar binnen kan worden gezogen, maar geen brandstof naar buiten kan komen.
Om een goede ontluchting van de brandstoftank te garanderen wordt deze op de plaatsen waar luchtbellen kunnen ontstaan voorzien van ontluchtingsaansluitingen die de onder- of overdruk via de vulhals of een expansievat wegnemen. Overdruk ontstaat door uitzetting van de brandstof. Afhankelijk van de manier waarop de brandstoftank is geconstrueerd kan deze overdruk alleen via ontluchtingsslangen worden weggenomen of er moet een expansievat aan te pas komen. Bij de Volkswagen Bus T25 wordt er gebruik gemaakt van twee expansievaten om de overdruk op te vangen, die door middel van slangen met de brandstoftank in verbinding staan.
De hier vermelde ontluchtingsslang is een voorgevormd plastic pijpje waarvan er twee aanwezig zijn. Ze zijn met een flexibele slang verbonden aan de onderzijde van het expansievat en anderzijds eveneens met een flexibele slang aan de drukexpansieleiding.
Het is aan te raden om ook de flexibele slang gelijktijdig te vervangen, zie tabblad 'Opties'.
Nuttige informatie uit Paruzzi magazine en van ons YouTube kanaal :
Kijk voor nog meer technische artikelen op de pagina Paruzzi Magazine