Als bij stationair draaien het oliedruklampje regelmatig oplicht, dan is het goed mogelijk dat de oliepomp is versleten, meet in dat geval de oliedruk.
De volgende informatie is alleen van toepassing op benzinemotoren :
De oliedruk moet worden gemeten bij een olietemperatuur van 70 graden en een motortoerental van 2500 toeren per minuut. De gemeten druk moet nu minimaal 2 bar zijn. De speling tussen de tandwielen mag maximaal 0.2 mm zijn en het oliepompdeksel mag geen diepe tandwielslijtage vertonen (tussen het oliepompdeksel en de tandwielen mag maximaal 0.1 mm speling zitten). Slijtage aan het uiteinde van het aandrijvende tandwiel is altijd waarneembaar, maar ook dit mag niet te ver zijn afgesleten. Bij demontage van de oliepomp is het raadzaam om de draadeinden eerst te verwijderen, waarna je met een oliepomptrekker de pomp moeiteloos en zonder beschadigingen uit het carter kunt trekken. Alle oliepompen worden geleverd exclusief oliepompdeksel en moeren, neem die er altijd extra bij. Voor de oliepompen t/m 1967 zijn er geen deksels leverbaar, laat je bestaande deksel vlakken waarna het weer kan worden gemonteerd.
De volgende informatie is alleen van toepassing op dieselmotoren :
De oliepomp van een dieselmotor is bereikbaar na het verwijderen van de carterpan. De oliedruk moet worden gemeten bij een olietemperatuur van 80 graden en een motortoerental van 2000 toeren per minuut. De gemeten druk moet nu minimaal 2 bar zijn. De speling tussen de tandwielen mag maximaal 0.2 mm zijn en de speling tussen de rand van de behuizing en de tandwielen mag maximaal 0.15 mm bedragen. Slijtage aan het uiteinde van het aandrijvende tandwiel is altijd waarneembaar maar ook dit mag niet te ver zijn afgesleten. De oliepomp wordt als compleet onderdeel geleverd echter zonder de caterpanpakking, neem deze er extra bij (zie tabblad 'Opties').
Nuttige informatie uit Paruzzi magazine en van ons YouTube kanaal :
Kijk voor nog meer technische artikelen op de pagina Paruzzi Magazine